KOLHORN - Weer 360 km afgevinkt. Nog twee dagen met in totaal 423 km wedstrijdkilometers te gaan. Martien Jimmink werd wel blij bij die gedachte. “Nu moet ik het niet meer verkloten. Dat heb ik de hele dag al tegen mezelf gezegd”, vertelt Jimmink in het bivak van Pisco na afloop van de achtste etappe.
Het is overleven voor Jimmink, al gaat het fysiek en mentaal al een stuk beter dan een paar dagen geleden. Na de zevende etappe ging hij vroeg naar bed. “Iedereen heeft alles voor me gedaan. Zoveel, dat ik zelf ben vergeten om te tanken. Ik kwam bij de start en daar zag ik dat ik een litertje of zes, zeven nodig had. Ik ben terug het dorp ingereden en bij een boer met een pickup kon ik een paar liter krijgen.”
Een beetje te laat terug bij de start zette Jimmink er de sokken in. In de verte zag hij mist rond de heuvels hangen en daar wilde hij niet in zijn eentje in terecht komen. Net voor hij de wolken in dook, vond hij aansluiting bij quadrijder John Maragozidis. “Een boer uit Australië die amandelen kweekt”, ontdekte de loonwerker uit Kolhorn. “Hij navigeerde zo goed door de mist, dat ik besloot om bij hem in de buurt te blijven. We hebben de hele route samen gereden. Soms moest hij even op mijn wachten omdat ik een duin niet opkwam, dan moest ik weer even op hem wachten, omdat mijn snelheid hoger ligt dan de zijne. Maar samen zijn we goed door de dag heen gekomen. Bij de finish zei hij: ‘This is a gift’, maar als je er zoveel voor moet doen vind ik het geen cadeautje.”
Jimmink liet opnieuw een zootje waypoints links en rechts liggen. In het klassement heeft hij inmiddels de meeste straftijd van alle motorrijders: 13 uur en 45 minuten. Daar trekt hij zich niets van aan. Dat het betekent dat hij elke dag helemaal achteraan moet starten, is het enige wat hij er vervelend aan vind. “Ik heb wel het gevoel dat de dagen minder zwaar worden”, zegt hij. “Zo viel het me vandaag wel mee. Het was te doen.”
Jimmink was in elk geval voor het donker werd aan de finish. Dat gaf hem ’s avonds de tijd om zijn to do-lijstje af te werken: douchen, eten, naar de dokter (‘Ze vindt het altijd wel gezellig’), roadbook kleuren, nog een keer eten en dan op tijd naar bed. De etappe van woensdag is de voorlaatste, maar dat wil niet zeggen dat het appeltje-eitje wordt. De lus door de duinen van de Ica-woestijn bij Pisco telt 313 km tegen de klok en een verbinding van 96 km.